Pages

maandag 22 februari 2010

De binnenhuiscrisis

Ons land is in die mate beveiligd tegen opstand en honger, dat je in tegenstelling tot vele andere landen, een paar maanden tot jaren buffer hebt tegen onheil.  De crisis die nogal hard toeslaat in ons land is eigenlijk vrij onzichtbaar gebleven tot nu toe.  Het jammere is dat volgense mij deze crisis niet meteen betere tijden zal brengen achtgeraf voor ons land.  Het probleem zit'm in dit land zelf, de structuren.  Deze laten het moeilijk toe om er terug bovenop te komen aangezien we buurlanden hebben die sneller, sterker en slimmer zijn dan wij.

Een mooi voorbeeld hiervan is de huizenmarkt.  Ikzelf leef in een crappy appartement; niet alleen ben ik niet geboren met een baksteen in de maag, zoals vele belgen.  Ik heb er bovendien ook een hekel aan om iets te kopen dat achteraf meer geld kost in onderhoud dan de aankoopprijs.  Een huis is iets waar veel mensen van dromen, maar voor mij is het een nachtmerrie.  Ik kan me niet inbeelden om ooit op mijn oude dag in een huis te moeten wonen waar ik dan in moet werken of verbouwen. 
Huren is ook niet ideaal uiteraard, maar als werklozen heb je niet veel keuzen (tracht als werkloze maar eens een lening voor een zeer kleine woning vast te krijgen, ook al is het dan een half krot).
In ieder geval woon ik dus in een faltgebouw waar de meeste mensen lotgenoten zijn.  Bejaard, ziek, met brugpensioen, of gewoon werkloos.  Allemaal hebben ze te maken met een huisbaas die ooit een heel gebouw kocht met het oog op makkelijk rijk te worden op de kap van mensen zoals ik.  Nuja, het is hem gegund.  Als deze oude zak er niet met mijn geld vandoor gaat is het wel een bankfiliaal waar je niet van weet waar ze het geld in investeren.  Bij een huisbaas ben je er nogal zeker van dat zhij het geld meestal aan verbouwingen, belastingen of andere troep moet betalen.  Ze mogen het allemaal hebben voor mijn part.

Wat deze crisis wel heeft veroorzaakt is een algemente verloedering in de woonst zelf.  Opeens kan zelfs de 'rijke' huisbaas -ik noem zulke mensen niet echt rijk aangezien ze ten dienste staan van hun huurders op allerlei vlakken terwijl ze gevangen worden gehouden door wetten en hun eigen hebzucht en zulke mensen kunnen in mijn ogen nooit rijk zijn- de nodige reparatiekosten niet meer betalen.
Hij belt dan, in mijn geval op onnoemelijke uren, om te vragen of de lift en het licht in de gang al gerepareerd werd.  De andere bewonders van het flatgebouw klagen dan steen en been en bellen de man om de haverklap op met de meest onnozele vragen.  Hij mag het, zoals ik al zij, dik hebben.
Nu wil het toeval dat de economische crisis mijnheer de huisbaas zo hard heeft getroffen dat hij zich gedwongen voelde om te verkopen.  Dit, samen met de vele mankementen aan het gebouw zelf, is symbolisch te noemen voor de staat van onze economie.
Het gebouw heeft nog maar net een opknapbeurt gehad ter hoogtde van de inkomhal en de voortuin (façade). Waarna het verval binnen in huis lekker verder ging.  Vocht in de muren, lift die meer stuk is dan wat anders, om maar te zwijgen over de schimmel die dankzij de enkele beglazing welig tiert.

Opeens zijn de rijke pofferige huisbazen arme luizen die hun ware gelaat laten zien: mensen die ook maar gewoon geleend hebben bij een bank, om een eigendom te kopen en te laten afbetalen door "losers" zoals mij.  Mooi zo'n plan -vooral wanneer het uit de mond komt van je boekhouders- maar het is natuurlijk buiten de waard gerekend, het toeval wil nu dat de mensen waar je op wilde teren zelf geen geld meer hebben.
Blijkbaar is deze Belgische immo- en huizenmarkt opgebouwd uit grotendeels luizige zelfstandigen en betere middenklasse die nu massaal hun eigendommen moeten verkopen om het hoofd boven water te houden.

Ik zal mezelf een andere woning zoeken uiteraard, maar ik ben er zeker van dat ik ooit aan een peulschil van de huidige prijs een appartement als het mijne kan kopen, gewoon cash op tafel.  Dan ben je rijk, want dan hang je tenminste niet af van een huurder om jouw kot af te betalen (zoals 60% van de Belgen).

woensdag 10 februari 2010

lekker netwerken?

Tot een paar jaar terug hield ik allerlei contacten. 
Websites, facebook, e-mail en vooral het toen net opkomende Linkedin.

Al deze hulpmiddelen in het online-contact-houden-met-mensen-wiens-naam-ik-anders-zou-kwijt-zijn-na-een-week, zijn allemaal heel cool en trendy, maar het nieuwe is er nogal snel af. 
Wanneer je op een bedrijf werkt waar driekwart van de werknemers al op dingen als Linkedin zit is het na een paar weken niet meer bij te houden... continu de updates en de zever over waar ze werken, welke titel ze nu weer gekregen hebben, tot het verkrijgen van een nieuwe vergoeding voor een firmawagen toe.
Er komt dan ook nog eens bij dat ex-collega's van collega's je ook kunnen terugvinden, en zo gebeurt het meermaals dat je dan opeens mensen die je absoluut nooit wilde terugzien op je lijst contacten te zien krijgt.
Akkoord, je  kan al die shit dichtsmijten met de nodige beveiligde privacy-instellingen, maar op de lange duur stond enkel die ene collega waar ik een oogje op had er nog in.  Het viel op.

En toen kwam de crisis.  Een crisis die ik alleen schijn te voelen afgaand op de mensen van de branche die ik tot mijn vrienden beschouwde.  "De branche" waarin ik werk(te) -niet het maken van frisse groentensoep moest u het nog niet begrepen hebben- is een sector waarin het 'posen' en imago opbouwen hoog in het vaandel worden gevoerd.
Ik weet dat een aantal van mijn ex-collega's en vrienden het momenteel niet al te best doen, maar toch blijft men de schijn hoog houden.  De e-mails, reminders, tweets, faceboekbrol vliegen je al snel rond de oren. Vooral Linkedin mededelingen waar dingen in staan die me ernstig doen twijfelen over hoe ik ooit zelf zo heb kunnen zijn, blijken me nog het meest te raken.
Hoe heb ik zo kunnen opgaan in een sector waar alles uit lucht en imago blijkt te bestaan? 

Linkedin is een pest op dat punt.  Een dienst die er prat op gaat om mensen met elkaar te linken op een "professionele" manier.  Een soort facebook waar ik al sinds het ontstaan bij zit (dus niet uit modegril in 2008 er bij gekomen) en waar je dan personen waar je mee hebt samengewerkt kan aanraden, punten geven als het ware, contacten kan mee delen. 

Het gaat dan zo: Mijnheer Sinaasvreter zegt dan op zijn Linkedin dat hij een perfecte collega ziet in Mevrouw Krabbenmand en haar onderdanige lakei Mijnheer AlfaRomeo (een bijnaam die hij kreeg na het schaamteloos copuleren op de motorkap van een auto van het genoemde merk).
Sinaas voegt er dan een mini-recensie aan toe waaruit de trouw, professionaliteit, stiptheid *kuch* en correctheid van de twee anderen zou moeten blijken (alsof ik Mr Sinaasvreter zou vertrouwen over zulks, ik heb hem zelf van school weten komen met een das van zijn vader, smekend om een job waar hij niet te veel Frans moest 'klappeh").

In tegenstelling tot deze persoonsrecenssenten heb er namelijk in het echt ook effectief mee samen moeten werken, zijn inzicht in het presteren van andere personen is even sterk ontwikkeld dan het boomklimmen bij zwarte neushoorns.
De man kwettert er echter op los op dat vervloekte Linkedin.  Bij elke varandering der onderbroek of titel binnen de flutfirma moet iedereen in zijn sociale pissing ground het weten. 
Een gedrag waar ik zelfs in de hoogdagen van mijn job nooit aan mee heb gedaan.  Ik zie mezelf niet zo gauw iets mega-positiefs schrijven over collega's waar ik noodgedwongen mee heb moeten samenwerken.
Je bent algauw een pathetische leugenaar die opvalt door zijn onjuiste beoordelingen van andere personeelsleden ("Ik vond Mr. Serialkillahr toch echt een toffe peer, tot hij al die meisjes afslachtte, ik ben blij dat ik jaren met hem heb mogen samenwerken in een professionle sfeer vol vertrouwen." )Ofwel verval je dan in schaamtevolle kontlikkerij. ("Mr. TopRat was zo'n toffe kerel om mee samen te werken, vooral onze middagpauzes en het giftige geroddel van hem zijn me bijgebleven, alsook zijn voorliefde voor blonde secretaresses.")

Nu ik een werkloze ben klinkt al die Linkedin, Facebook en andere social-network onzin verder en verder weg.  Ijle stemmetjes van mensen in een luchtige wereld.
Misschien is de marginaliteit van al dit gedoe die me stoort, of mijn eigen 'outsider' gevoel. 
Neen, toch maar niet. Zitten bedelen voor een online complimentje van oude cubicle-buddies, om in de gunst te komen van nette pakken op een ander bedrijf.  Die dan op hun beurt ook weer onder de indruk zouden moeten zijn van je sociale netwerk-capabilities en je meteen een coole insider moeten vinden,... en daar hangt het prijskaartje, blitze laptop en auto aan vast. Of toch, dat is wat al die linkedinlikkers hopen. 
Da's wat ze denken wanneer ze me een bericht sturen met hun nieuwe contacten en titels. 
Ik heb me danook hernoemd naar iets in de trend van "de paashaas" op Linkedin.  Met als meest recente jobtitel: "eitjes brengen". 
Misschien dat ze me zo herinneren ooit. 
Want 'dat doè je toch niet' op een sociale netwerksite die zich richt op een professioneel publiek?

Toch wel.  Beter dan "werkloos en hopeloos op zoek" te plaatsen aldaar, want dan blijkt er opeens niemand meer sociaal te willen doen op zulke sites.

donderdag 4 februari 2010

nogmaals hetzelfde

Zelfs de laatste dagen van deze cursus slaagt men er in om van de VDAB uit me te verbazen inzake dilletantisme.  Educatief verantwoord omgaan met leerlingen is hen totaal vreemd, zo was vandaag nog maar eens te merken.

Het was donderdag, maar de leerkracht was al sinds enkel dagen ziek. Iedereen kan wel eens ziek worden (ook al gebeurt dat dan vrij vaak met deze docent) maar hetgeen me vooral vebaast is dat men nul komma nul idee heeft van wat met de mensen aan te vangen wanneer de leerkracht er niet is. Zelfs op de meest vierkant draaiende jobs is er altijd wel vervanging voorzien, of op zijn minst een bezigheid om de dode momenten toch enigzins nut te geven.  Hier niet.  Iemand was de 'metro' aan't lezen die hij had meegepikt terwijl hij op de bus stond te wachten in de kou en regen.  Iemand zat een beetje in een boek te bladeren dat nog in de klas lag.  Dit, terwijl we thuis allemaal wel beter materiaal hebben staan, betere dingen te doen hebben en ongestoord zouden kunnen leren thuis. 
We vulden de appèl formulieren in, aftekenen dat je aanwezig was: hetgeen waar het om draait hier.

Normaal gezien, om educatief in orde te zijn, verwittig je de mensen op voorhand zodat ze niet in een lege klas komen opdagen. In mijn geval een lege klas vele kilometers en benzine van mij vandaan trouwens.
Ofwel zorg je voor alternatieve bezigheden, aangezien we toch binnen een week een groot eindexamen moeten afleggen lijkt het me niet zo moeilijk om een geschikte bezigheid te vinden: in de eerste plaats on te LATEN STUDEREN.

Maar neen, men verkiest ons acht uur lang in een stinkend lokaal zonder materiaal gevangen te zetten (want dat is het: vrijheidsberoving, men mag blij zijn dat we er geen PV van lieten opmaken door de politie).
De rit heen en terug is ook verloren studietijd trouwens. Weggeooid geld, tijd en milieubelastend rondrijden,... puur omdat men het vertikt leerlingen die een opleiding volgen te verwittigen.
Maar ach, we zijn toch maar üntermenschen nietwaar, werklozen, doppers die nul en geenerlij respect moeten krijgen en evenmin verwittigd moeten worden.  Mensen wiens naam men na enkele maanden nog steeds niet kent omdat ze geen zak interesse hebben om ons terug aan werk te helpen.

Nochtans is men er als de kippen bij om, wanneer je te laat komt 's ochtends, al na een kwartier op een verwijtend nasaal toontje aan je telefoon te hangen, te mailen en te sms'en.
Opeens kan het dan wèl uiteraard.  Een ambtenaar hier schiet pas in gang als hij mensen kan kloten (sorry voor al die ambtenaren die wel hun best doen... ze moeten wel ergens bestaan uiteraard en hun naam wordt besmeurd door dit soort slampampers).

Nog drie dagen te gaan, en men blijft overheidsgeld aanwenden om ons te pesten en tegelijk door middel van de meest inefficiënte constructies en middelen zichzelf aan werk te blijven helpen.
De VDAB is een verdoken vorm van werkloosheid, waar de werknemers zelf het uitschot en de uitvaagsels zijn, mensen die in geen enkel goed draaiend systeem zouden kúnnen werken vanwege te dom of te lui.

Ik kots er op.
Nog drie dagen en dan de relatieve vrijheid terugnemen, terug kunnen plannen, solliciteren,...  niet meer in eideloze files staan om dan een dag met je duimen te zitten draaien.