Pages

maandag 21 september 2009

Solliciteren in crisistijd

Vandaag ben ik, dankzij een vrije dag bij het centrum van Tuinslagem, nog eens kunnen gaan solliciteren.

Laat ons het bedrijf "Tomato-Aiaiai" noemen, om dingen een beetje amusant te houden. Het bedrijf is een van de vele firma's met een redelijk goede naam, een mooi logo en een standvastige stroom van producten.

Het bedrijf zocht iemand die dagelijks (ook op de heilige zaterdagen waarop ik normaal in mijn bedje lig tot dik na de middag) klanten wilde te woord staan over het wel en wee van hun productgamma. Deze taak moest uitgevoerd worden in een filiaal dat op enkele minuten van mij thuis gelegen was, een unieke kans om aan de dagelijkse stroom Audisten, knipperlicht-gehandicapten en file-neuspeuteraars te ontkomen dacht ik.
Met dat 'te woord staan' van mensen (en klanten zijn ook mensen) valt het bij mij nogal mee. Ik heb tijdens de begindagen van mijn loopbaan telefonische ondersteuning gegeven voor allerlei firma's. Het probleem was dat het te woord staan in dit filiaal ook face-to-face moest gebeuren.
Dat betekend dat je klanten ook kan zien en vooral ruiken.

Nu ja, het is slechte tijd, en het filiaal van Tomato-Aiaiai lag spreekwoordelijk naast mijn bed dus het leek me interessant om eens te gaan praten met die mensen.

Ze waren bij de hand, vriendelijk en stonden me qua stijl meteen aan. Omgekeerd leken ze ook de nodig interesse te hebben in mijn zogenaamde 'skills'.
Ik deed wat water bij de wijn hier en daar, verwoordde mijn interesse op zulke manier dat ik kon verbergen dat ik klanten tot in de diepste krochten van mijn ziel haat en zodoende kwamen we bij de finish van het gesprek.

Ze vonden me een stevige kandidaat en wilden me zeker terugzien moesten ze in de twee andere kandidaten geen betere vinden. Gezien de smile op het gezicht van de ondervrager zag ik dat het wel snor zat. Ik was één pennentrek verwijderd van mijn nieuwe job.
En toen kwam het loon.

Ik vroeg haar wat een 'haat-je-klant-maar-sla-er-vooral-niet-op' job bij Tomato-Aiaiai zoals schuift. Tot mijn grote verbazing kreeg ik een prijs te horen die ik destijds als schoolverlater kreeg en die onder mijn huidige werkloosheidsuitkering lag.
Een prijs die te vergelijken is met wat iemand verdient in een beschutte werkplaats waar men speelgoedjes in plastieken eitjes draait, een loon waarbij ik normalerwijs zelfs zou twijfelen om uit mijn bed te komen om te gaan pissen.

Ik ben geen 18 jaar meer,... eerder het dubbele,... ik had meer verwacht voor een job waarbij je elke dag meermaals je diepste moordlust moet onderdrukken en 's middags een sponsachtig broodje naar binnen moet spelen bij gebrek aan kantine.

Het stelde me teleur , temmeer omdat een vriend van me met een job als afwasser (plongeur) meer verdiende op de maand. Niet dat ik neerkijk op plongeurs, da's een zwaar onderschat beroep waarbij je niet alleen kennis moet hebben, maar ook doorzicht en wilskracht om elke dag je klanten van een frisse hoop glazen en borden te voorzien om dit gerij dan vuil en smerig te zien terugkomen uit de degusteerzaal.
Elke restauranthouder is trots op een goede afwasser of afwasster. Maar ik wijk af.

Dit was dus de zogenaamde "werklozenval": het voorval waarbij je als dopper met je uitkering meer krijgt dan de jobs waarvoor je gaat solliciteren.
Er is maar één schuldige voor dit soort gedoe: de mensen die zulke jobs überhaupt aanvaarden en door deze bedrijven zich laten rollen.

Vaak hebben ze geen andere keuze, of hebben ze graag meer vrije tijd (de job bij Tomato-Aiaiai was 35u/week).
De bedrijven vragen maar raak uiteraard: 3 talen, hygiëne (moeilijk), werklust (nog moeilijker) en vlot met klanten kunnen omgaan, gecombineerd met een aan bovennatuurlijke krachten grenzende flexibiliteit (vooral op bedrijfsfeestjes wanneer je als vrouw een kort rokje zou durven aantrekken) en een grenzeloos vertrouwen in doorgroeimogelijkheden.
Maar er staat meestal geen loon naar werken tegenover.
Ze wijzen hiervoor ogenblikkelijk door naar de hoge loonkost van dit land, maar goed, daar valt wat aan te doen wanneer we met z'n allen stoppen om 55% belastingen op arbeid een normaal iets te vinden en te blijven stemmen om mensen die diezelfde bende van 20 corrupte ministers en bedrijfsleiders als legitieme machthebbers in het zadel blijven hijsen.

In ieder geval bedankte ik de mevrouw van Tomato-Aiaia vriendelijk en zei haar dat het loon het enige breekpunt was om de job niet te aanvaarden.
Ook dat deed geen belletje rinkelen bij haar. De lonen waren heel handig vastgelegd door enkele bazen ver weg in een ander land, waar men 15% belastingen betaalt en roze hemden draagt met witte 'kollekes'.

Nu ja, ik treur niet. Een job dicht bij huis had mooi geweest, maar je thuis verhuizen naar waar je werkt is ook nog altijd een optie natuurlijk.

Ik heb de rest van de dag gevuld met strips te lezen en preisoep op te warmen in een microgolf. Ik ben tenslotte werkloos en doe graag mijn bijdrage aan deze economie.

0 reacties:

Een reactie posten